Rechtdoende op tegenspraak,
BESLISSING
HET HOF,
- verklaart zowel het hoofdberoep door appellanten als het incidenteel beroep door geïntimeerde toelaatbaar en deels gegrond.
- bevestigt het bestreden vonnis van de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent van 4 juni 2020 met AR-nummer A/18/03556 in de verhouding BV CLAEYSBERGHE enerzijds en Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS anderzijds,
behalve
waar het opgelegde verbod uit de derde alinea van het beschikkend gedeelte ook ‘digitaal’ geldt;
de vijfde en zesde alinea van het beschikkend gedeelte (vanaf ‘stelt de nietigheid vast’ t.e.m. ‘brugsebeer.be”)
- waar het heeft geoordeeld over de gerechtskosten
en met dien verstande dat
- de territoriale reikwijdte van de tweede, derde en vierde alinea van het beschikkend gedeelte beperkt wordt tot het grondgebied van de gerechtelijke kantons Brugge l, II, III en IV.
- de dwangsom uit de vierde alinea van het beschikkend gedeelte beperkt wordt tot 250,00 euro per dag met een maximum van 50.000,00 euro.
De publicatie zoals bevolen in de zevende alinea van het beschikkend gedeelte enkel geldt voor de website brugsebeer.be en in één nationale krant.
Wijst voor het overige opnieuw, recht doende op het incidenteel beroep en de eisuitbreiding van BV CLAEYSBERGHE,
- zegt voor recht dat Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS door het gebruik van het teken ‘Brugse Gouden Beer’, ‘Brugge Beer’, ‘Beer van Brugge’ en iedere andere naam die de woorden Brugs(e) of Brugge én Beer bevat in gelijk welke volgorde en gelijk welke combinatie voor bieren en voor alle soortgelijke waren binnen het gebied van de gerechtelijke kantons Brugge l, II III en IV een inbreuk plegen op de handelsnaam t BRUGS BEERTJE’ van BV CLAEYSBERGHE en zich hierdoor tevens schuldig maken aan oneerlijke en misleidende marktpraktijken.
- Legt aan Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS op, met onmiddellijke ingang binnen het gebied van de gerechtelijke kantons Brugge l, II, III en IV nog verder gebruik te maken in het economisch verkeer van het teken ‘Brugse Gouden Beer’, ‘Brugge Beer’, ‘Beer van Brugge’ en iedere andere naam die de woorden Brugs(e) of Brugge én Beer bevat in gelijk welke volgorde en gelijk welke combinatie voor bieren en voor alle soortgelijke waren, onder verbeurte van een dwangsom van 2.000,00 euro per inbreuk op dit stakingsbevel en per dag te rekenen vanaf 14 dagen na de betekening van dit arrest, en stellen het maximumbedrag van de te verbeuren dwangsommen vast op 250.000,00 euro.
Legt aan Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS op met onmiddellijke ingang de inbreukmakende producten onder het teken ‘Brugse Gouden Beer’, ‘Brugge Beer’, ‘Beer van Brugge’ en iedere andere naam die de woorden Brugs(e) of Brugge én Beer bevat in gelijk welke volgorde en gelijk welke combinatie voor bieren en voor alle soortgelijke waren terug te halen uit de markt binnen het gebied van de gerechtelijke kantons Brugge l, II, III en IV , samen met al de publiciteit, folders en andere reclame daarvoor, onder verbeurte van een dwangsom van 250,00 euro per inbreuk op dit bevel per dag vanaf 20 dagen na de betekening van dit arrest, en stelt het maximum van de te verbeuren dwangsommen vast op 50.000,00 euro.
Veroordeelt Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS tot de publicatie van het beschikkend gedeelte van dit arrest op de volgende media gedurende de hierna bepaalde termijnen:
- Op de websites www.brugse.beer en www.beervanbrugge.be, gedurende een termijn van drie maanden na de betekening van huidig arrest.
- In één nationale krant (éénmalig)
- Op de Facebook-pagina van CVBA HDS, gedurende een termijn van drie maanden na de betekening van huidig arrest.
en dit op kosten van Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS en betaalbaar op enkele voorlegging van de factuur, onder verbeurte van een dwangsom van 2.000,00 euro per dag vertraging vanaf 8 dagen na de betekening van dit arrest en stelt het maximum van de te verbeuren dwangsommen vast op 25.000,00 euro.
Wijst het méér door BV CLAEYSBERGHE gevorderde af als ongegrond.
Verleent akte aan BV CLAEYSBERGHE en Comm.V. BRYGGJA BREWERY van hun afstand van rechtsvordering jegens elkaar overeenkomstig art. 821 Ger. W., alsook van het feit dat Comm.V. BRYGGJA BREWERY zich er toe verbindt ieder gebruik in het economisch verkeer, zowel analoog als digitaal (o.m. op het internet) van de tekens “Brugse Beer”, “Brugse gouden Beer”, “Beer van Brugge’ en “Brugge Beer” en iedere andere naam dat de woorden Brugs(e) of Brugge en Beer bevat in gelijk welke volgorde en gelijk welke combinatie, te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen zonder daartoe beperkt te zijn door geen bier of andere producten onder voormelde namen te brouwen, te produceren, te koop aan te bieden, te leveren of te adverteren; alsook akte te verlenen van het feit dat het minnelijk akkoord tussen BV CLAEYSBERGHE en Comm.V. BRYGGJA BREWERY, de positie van deze partijen ten aanzien van de eerste drie appellanten onverlet laat.
Veroordeelt BV CLAEYSBERGHE enerzijds en Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS anderzijds tot respectievelijk één vierde en drie vierden van de gerechtskosten van beide aanleggen, bepaald als volgt:
– aan de zijde van BV CLAEYSBERGHE: dagvaardingkosten: 415,88 euro rechtsplegingsvergoeding eerste aanleg: 1.440,00 euro rechtsplegingsvergoeding hoger beroep: 5.000,00 euro
aan de zijde van Stephane KOLIJN, VZW BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS:
rechtsplegingsvergoeding eerste aanleg: 1.440,00 euro rechtsplegingsvergoeding hoger beroep: 5.000,00 euro bijdrage begrotingsfonds: 20,00 euro
zegt voor recht dat BV CLAEYSBERGHE enerzijds en Comm.V. BRYGGJA BREWERY anderzijds hun eigen kosten zullen dragen.
- BV CLAEYSBERGHE enerzijds en Stephane KOLIJN, vzw BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS anderzijds moeten — na uitnodiging — ook respectievelijk één vierde en drie vierden van de rolrechten van 400,00 euro betalen aan de Belgische Staat, FOD Financiën.
zegt voor recht dat Stephane KOLIJN, vzw BRUGES CENTRAL HOSTEL en CVBA HDS in solidum gehouden zijn voor de gerechtskosten en de rolrechten hoger beroep waartoe zij in dit arrest zijn veroordeeld.
Aldus gewezen door de zevende unus kamer, van het hof van beroep te Gent, zetelend in burgerlijke zaken, samengesteld uit,
Johan Bekaert, raadsheer, waarnemend kamervoorzitter bijgestaan door Marleen Lippevelde, griffier, en uitgesproken door de waarnemend kamervoorzitter van de zevende kamer in openbare terechtzitting van 20 december 2021.